Een slechte nachtrust lijkt in verband te staan met het krimpen van de grijze stof in de hersenen in de loop van de tijd. Dat blijkt uit een onderzoek aan de University of Oxford en University of Oslo.
Bij bijna alle ouderen die slecht slapen vonden onderzoekers versnelde achteruitgang in drie hersengebieden. Het ging hierbij om de kwaliteit van de slaap en niet zo zeer een slaaptekort. Problemen met inslapen, 's nachts wakker worden of te vroeg wakker worden vallen wel onder slecht slapen.
We slapen ongeveer een derde van ons leven. Slaap wordt ook wel gezien als de huishoudster van de hersenen: het herstelt en repareert de hersenen. Als de slaap wordt verstoord, dan zullen deze herstelwerkzaamheden ook minder effectief gaan. Hierdoor kan het volume van de hersenen dus afnemen.